Brussels Gewestelijk Mobiliteitsplan voor 2030 goedgekeurd
Vandaag keurde de Brusselse Regering Good Move goed, het gewestelijk mobiliteitsplan voor de komende 10 jaar. Het plan kwam tot stand na talrijke consultaties van zowel publieke als private mobiliteitsspelers, de gemeenten en de politiezones en gaat nu in openbaar onderzoek zodat de volgende Brusselse Regering het definitief kan goedkeuren en ermee aan de slag kan.
“Dit plan is op een zeer participatieve manier ontstaan, waardoor het zeer breed gedragen is en dus ook bruikbaar is voor een volgende Brusselse meerderheid,” zegt Pascal Smet Minister van Mobiliteit.
Het plan stelt veiligheid en levenskwaliteit centraal door in te zetten op het autoluw maken van de wijken, het versterken van het openbaar vervoer, het verminderen van het private autobezit en het inkomende autoverkeer beter te beheren. Concreet wil het plan het autogebruik met 24% doen dalen en het aantal verplaatsingen met de fiets verviervoudigen.
Welke concrete maatregelen staan in het plan?
Eerst en vooral zorgt het plan voor een nieuwe specialisatie van de wegen. Zo wordt een onderscheid gemaakt tussen de grote invalswegen en verbindingsassen, de steenwegen en de wijkwegen. Binnen dat netwerk ontstaan 50 wijken die autoluw moeten worden gemaakt en in zone 30 worden geplaatst.
“We moeten het doorgaand verkeer uit de wijken krijgen. Wijken moeten dus zoveel mogelijk autoluw worden gemaakt met zone 30. Die zone 30 moet je afdwingen, niet enkel door controle en boetes, maar ook door de inrichting van je straat. Er mag enkel nog bestemmingsverkeer in de wijken en dat moet traag verkeer zijn,” zegt Pascal Smet.
Het plan maakt ook de ambities voor het openbaar vervoer concreet in lijn met de nieuwe beheersovereenkomst met de MIVB. Zo staat de afwerking van de metro-verlenging naar het Noorden uiteraard met stip genoteerd, maar worden ook verlengingen naar het zuiden via Albert en naar het Westen richting Berchem of Groot-Bijgaarden bestudeerd.
Er wordt ook ingezet op de tram met de verlenging van tram 9 naar de Heizel, een nieuwe tramlijn naar Neder-over-Heembeek en een aansluiting van het Noordstation via Tour & Taxis naar Laken.
“Daarnaast is ook de fiets een belangrijke pijler binnen dit plan. We zetten in op fietssnelwegen naast de spoorwegen, maar ook het aanpakken van barrières en oversteken die vandaag nog te gevaarlijk zijn, zoals aan Sainctelette, De Trooz, Vandervelde, Meiser en de kruispunten op de kleine ring. Het aantal fietsers verdubbelde de afgelopen 5 jaar, maar het moet sneller en meer doorgedreven gaan. Brussel moet een fietsstad worden en die ambitie is vandaag breed gedragen,” zegt Pascal Smet.
Verder worden een aantal toegangswegen tot de stad herdacht. De Brusselse Regering nam al de principebeslissing om de A12 en de E40 aan Reyers te deklasseren en om te vormen in een stadsboulevard, maar met dit plan gaat men verder.
“Ook de Keizer Karellaan moeten we herdenken gelinkt met de connecties die we er willen maken op vlak van openbaar vervoer. Daarnaast is er eensgezindheid dat het Hermann Debroux-viaduct op termijn weg moet. Maar ook binnen de stad moeten we de autodruk verminderen: Meiser, Lambermont, Louiza en Sainctelette moeten heringericht worden met meer plaats voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer,” aldus Pascal Smet.
Tot slot schrijft het plan zich ook in de MaaS (mobility as a service) – evolutie in en wil het Gewest geïntegreerde tickets aan de gebruiker kunnen aanbieden. De MIVB zal daarvoor samenwerken met publieke en private partners.
“Het is duidelijk dat we met dit plan de omslag van een stad voor auto’s naar een stad voor mensen hebben gemaakt. In het verleden bleven dergelijke plannen verzanden in cijfermatige doelstellingen en algemene principes. Vandaag hebben we een breed gedragen concrete catalogus van maatregelen en principes die onmiddellijk omgezet kunnen worden in beleid. Ik ben blij dat we samen die stap hebben gezet en dat we er de komende 10 jaar mee aan de slag kunnen,” besluit Pascal Smet.